Bulgarije van Bregovo naar Svishtov
Door: henkdekruijf
Blijf op de hoogte en volg Hendrik
26 Juni 2010 | Bulgarije, Bregovo
Het is schrikken als je het land komt binnenrijden. Het is armoedig en vervallen. Bregovo is het eerste stadje waar we doorheen komen, alles is kapot, gebouwen staan leeg en zijn half gesloopt. In de kapotte gebouwen is vuil gedumpt en het stinkt als je er langs komt. Bij veel huizen zijn de ramen eruit en soms met hout dichtgetimmerd. Er rijden oude Oost Europese auto’s. Je ziet Lada’s, Wartburgs, Zastava Yugo’s en alle Trabant modellen. De mensen wonen in vervallen flatgebouwen en er zitten overal grote gaten in de wegen.
De steden, groot en klein, waar we doorheen komen lijken op elkaar. Lege, niet onderhouden straten en pleinen, heel weinig verkeer, vervallen huizen en gebouwen, een groot leeg centraal plein met een beeld of beeldengroep, één of meerdere soldaten voorstellend en overal bier drinkende mannen op terrassen.
Een van de plaatsen waar we overnachten is Lom aan de Donau er zijn twee hotels. We spreken twee jongens, de een komt uit Lom en zijn neef uit Sofia is op bezoek. Ze vertellen over hoe hun land er uit ziet, de achterstand die men heeft met de andere landen in de regio en Europa. Het systeem is corrupt en het land wordt geleid door de voormalige communistische leiders. Dat zouden we meer horen in Bulgarije. Ze wijzen ons op het hotel waar we voor staan, dat is pas gerenoveerd en waarschijnlijk het beste van de twee en ziet er in eerste instantie ook goed uit. Voor de tweede achtereenvolgende dag is de prijs voor een tweepersoonskamer zestig Lev inclusief ontbijt. Ongeveer dertig euro. Naast de lift hangt een briefje wat ik niet kan lezen, maar de mevrouw achter de balie verzekerd mij dat de lift werkt. We moeten naar de tweede etage, ze legt uit hoe het werkt: eerst het knopje naar de vierde etage indrukken, dan gebeurt er nog niets en vervolgens op twee drukken en dan gaat de lift naar de tweede etage. En inderdaad het werkt, maar wel voor de laatste keer. Daarna heeft de lift het niet meer gedaan. We hebben er nog wel twee keer in vastgezeten omdat hij tussen twee etages heen en weer bleef gaan. De tassen hebben we de volgende dag van de tweede etage via trappen en gangen door het hotel naar beneden moeten dragen. De fietsen hebben ’s nachts in de hal naast de lift gestaan, dat was ’s morgens dan wel weer makkelijk.
De volgende dag komen we na veel bergen en dus klimmen aan in Orjahovo een kleine stad maar wel met een enorm groot hotel, alleen als we er voor staan blijkt het te zijn uitgebrand. Het is een grote betonnen kolos waar alle ramen uit zijn. Je ziet niet dat er brand is geweest, dat wordt ons later verteld. Uiteindelijk vinden we een ander hotel. Een van de mannen, die aan de overkant van de straat op een muurtje zitten, gaat de eigenaar waarschuwen. Na een tijdje komt een mevrouw met de sleutels. Het hotel ligt boven de bank, ook dat zullen we heel wat keren tegenkomen in Bulgarije. Zes trappen op naar onze kamer, die ook weer zestig Lev kost. We zijn de enige gasten dus we krijgen de sleutel van de buitendeur en van onze kamer, de fietsen kunnen beneden in de hal. Inschrijven, afrekenen en de volgende morgen ontbijten in het café om de hoek.
De mevrouw van het hotel probeert ons uit te leggen dan ze ons in contact wil brengen met Engels sprekende mensen. We begrijpen haar niet goed, maar even later komt een busje aanrijden met twee Engelsen. De een is de vriend van de mevrouw van het hotel en heeft een huis in de buurt gekocht. Het blijkt dat er meer Engelsen op het Bulgaarse platteland wonen. De huizen zijn spotgoedkoop. Hij heeft zijn huis inclusief grond voor drieduizend Euro gekocht. Ondanks de mooie verhalen over het eenvoudige leven dicht bij de natuur zonder de stress van het drukke westen, denken wij dat dat de werkelijke reden is dat men naar Bulgarije komt. We zullen onderweg meer Engelsen tegenkomen. Ze vertellen dat de winters lang en koud zijn. In de meeste huizen wordt nog met hout gestookt, dat betekent één kamer warm terwijl het in de rest van het huis vriest.
De volgende dag, vooral in de ochtend is het weer veel klimmen, soms met onmogelijke stijgingspercentages. In de middag gaat het beter. Onderweg informeren we of we door kunnen fietsen naar Zagrazhden, een rit van ongeveer 77 kilometer. Volgens de kaart is daar een hotel, maar is dat er ook en is het open? Anders moeten we minstens nog zo’n 30 kilometer verderop. Uiteindelijk wordt ons door een kennis van de groenteboer die we aanspreken verzekerd dat er een hotel is en dat het open is. De laatste tien kilometer wordt de weg erg slecht en komen we ook niemand meer tegen. We gaan er steeds meer aan twijfelen of de informatie juist is.
Zagrazhden blijkt een dorp te zijn aan een doorgaande weg met een afslag naar de Donau waar aan het einde het hotel moet liggen. Bij aankomst blijkt de laatste kilometer onder water te staan, in de verte ligt op een eilandje het hotel en wat zomerhuisjes te midden van een woest stromende Donau. Er zijn mannen aan het vissen en kinderen spelen in het water. Men verzekert ons dat we gewoon de weg af kunnen lopen naar het hotel. De kinderen helpen de tassen te dragen. Ik probeer te fietsen maar Yvonne gaat met de kinderen en de tassen lopen. Halverwege strand ik in een gat in de weg dat ik onder water niet heb gezien. Lopend bereik ik het droge stuk land bij het hotel en maak wat foto’s van Yvonne en de kinderen in het water. Voor de hulp geeft Yvonne ze ieder twee Euro (vier Lev), vijf kinderen dus twintig Lev. Dat blijkt wel heel veel te zijn, juichend nemen ze afscheid met het biljet van twintig Lev zwaaiend in de lucht. Het hotel is open, natuurlijk zijn we weer de enige gasten, we worden naar onze kamer gebracht er wordt voor ons gekookt en we kunnen een biertje drinken. Naast het hotel gaat de Donau te keer. Hopelijk stijgt het water niet al te veel meer en kunnen we morgenochtend vertrekken.
’s Morgens is er niemand, dus ook geen ontbijt en kinderen om ons te helpen. We leggen alle tassen bovenop de fietsen doen onze kleren uit en lopen door het water naar de weg en richting dorp. Op het droge stuk laden we de fietsen op, kleden ons aan en vertrekken naar het dorp om te ontbijten. We gaan naar Svishtov de laatste stad aan de Donau voordat we naar het zuiden van Bulgarije gaan. We hebben dan 2.360 kilometer langs de Donau gefietst. Onderweg hetzelfde als overal in Bulgarije, hout sprokkelende oude vrouwen, ezelwagens die ”iets” vervoeren, vervallen gebouwen, slechte wegen en grootschalige landbouw. Met nieuwe moderne machines wordt het land bewerkt, maar daaromheen is het armoe.
We hebben vandaag wind mee, toch is het een redelijk zware dag met veel klimmen. Er is weinig zon en het is een beetje kil, terwijl het hier nu warm zou moeten zijn, maar dit jaar even niet. We zouden vandaag kijken hoever we zouden komen. Uiteindelijk dus tot Svishtov, zo’n 95 kilometer en dan nog de stad in en naar het hotel zitten we op bijna honderd kilometer. Dat hadden we een maand geleden niet gedacht dat we in een toch redelijke bergetappe honderd kilometer zouden fietsen.
Svishtov is een andere stad dan we tot nu toe hebben gezien. Bij het binnenrijden is het dezelfde zooi, langs de kades staan verroeste kranen, ingevallen loodsen en er zitten gaten in de wegen. De stad ligt zo’n dertig meter boven de rivier, het is een studentenstad er is een universiteit en een landbouwhogeschool. Het is weekend en het is druk. De eerste hotels waar we informeren blijken vol te zitten we worden doorverwezen naar de Campus van de universiteit, deze ligt een eindje buiten de stad. Op het terrein is ook een hotel. Daar krijgen we uiteindelijk voor vijfenveertig Lev een kamer. Het blijkt tentamenweek te zijn, vandaar de drukte in de stad. Maar het is ook een stad waar men met de familie een paar dagen naar toe gaat. Er zijn restaurants, terrassen een park met een paviljoen, cafés en winkels waar ook nog iets te koop is. In de stad rijden ook nieuwe auto’s in de rondte. Als je niet beter wist zou je denken dat er weinig aan de hand is en Bulgarije redelijk welvarend is.
Morgen blijven we een dag in Svishtov. De fietsen moeten worden schoongemaakt, batterijen vervangen, versnellingen afgesteld en ik moet een nieuwe achterband want die is op, maar we zijn ook wel weer aan een rustdag toe, de laatste was in Novi Sad bijna twee weken geleden en we zijn in een leuke stad. De volgende dag hebben we, naast de klusjes aan de fietsen, de resterende route door Bulgarije doorgenomen en in dagen verdeeld. Het is nog driehonderd kilometer naar de Turkse grens. We gaan via Veliko Tarnovo, de bergen over naar Stara Zagora, vervolgens Dimitrovgrad en Svilengrad bij de Turkse grens. Het gaat dus, vooral het eerste stuk tot Stara Zagora, zwaar worden. Maar met bijna 3.200 kilometer in de benen zijn we daar wel klaar voor. Voor ons gevoel is er geen berg die we niet aan zouden kunnen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley