Pakse

In Pakse gaan we op zoek naar een hotel en vinden het Royal Pakse hotel, we doen niet minder, midden in de stad met een restaurant buiten op de stoep. Bij de rivier zijn tientallen terrassen. Maar het is allemaal erg vies. Iedereen gooit alles om zich heen op de grond, soms wordt dat opgeruimd maar op sommige plaatsen ook niet. We eten in ons hotel en gaan morgen de stad en de omgeving bekijken.

Op de weg van Savannakhet naar Pakse zijn we niet één echte plaats tegengekomen. Als we die 250 kilometer waren gaan fietsen had het nog een probleem kunnen worden om fatsoenlijke slaapplaatsen te vinden op een redelijk te fietsen afstand van elkaar. Maar goed we zijn met de bus gegaan. Dit is geen land om met de fiets doorheen te trekken op de manier zoals wij dat doen. Buiten die paar grotere steden is er gewoon niets. De mensen wonen in hutjes op het platteland, de stenen huizen die je daar ziet zijn meestal van de overheid of het is een partijkantoor. Er zijn geen banken waar je geld kunt opnemen, maar je kunt het ook nergens uitgeven dat scheelt dan weer.

Yvonne heeft de laatste paar dagen weer diarree en last van haar maag, het lijkt er op dat de infectie terugkomt. Met het recept van de dokter uit Phnom Pehn hebben we hier in Pakse bij een apotheek medicijnen gekocht. De apotheker had volgens hem nog een ander medicijn dat beter zou werken. We nemen alles mee inclusief twee antibiotica kuren. Yvonne neemt alles, behalve de antibiotica kuur in goed vertrouwen in, met een paar dagen moet het volgens de apotheker definitief over zijn. Om voldoende voedingsstoffen binnen te houden is de ORS inmiddels ook weer uit de tas gekomen. We gaan vroeg naar bed en slapen de volgende morgen uit tot half negen.

Pakse is de hoofdtad van de provincie Champassak en met 94.000 inwoners de tweede stad van Laos. Hier zijn ze weer, de backpackers en alle overige toeristen, vooral veel Fransen, maar we zien ook Nederlanders, horen Zweeds of Deens en Engels praten. Waarom hier al die toeristen zijn is ons tot nu toe een raadsel, buiten de rivier en een groot tempelcomplex is er niet veel. Er staan wel een paar paleizen van hotels. We fietsen wat in de omgeving, bekijken de stad en het tempelcomplex en drinken wat aan de rivier tot de zon ondergaat. De zonsondergang is prachtig. Morgen gaan we na Cambodja, Vietnam en Laos weer terug naar Thailand voor de laatste 800 kilometer van deze reis naar Bangkok en als alles mee zit hebben we dan nog een dag of vijf, zes om Bangkok te bekijken en onze reis in een goed hotel waardig af te sluiten.